Gouden ei. Deze tekening heb ik ruim een maand voor mijn droom uit deel 2 getekend. Zo gaat dat dus bij mij. |
Als een kat in een vreemd pakhuis.
Zo heb ik me heel vaak gevoeld.
Zelfs als ik bij mensen was die ik goed kende, zoals familie en vrienden.
Dat is een rare gewaarwording.
Het gevoel dat je van een andere planeet komt.
Ik heb dit al mijn hele bewuste leven.
En dat begon al heel vroeg.
Maar toen de school eenmaal aan me trok, was het gedaan met de koopman.
Bij wie wel.
Zou ik zo zeggen.
Dat er op meerdere planeten dan de aarde leven is, wist ik natuurlijk al lang.
Gelukkig wordt je daar tegenwoordig niet meer voor op de brandstapel gegooid, maar echt veel bijval heb ik daar nooit over gekregen.
Dat er meerdere mensen dit weten.
Bedoel ik dan.
Het idee van reïncarnatie kon ik nog niet met die woorden uitleggen, maar ik wist het al wel.
Volkomen logisch was en is dat voor mij.
Nu net zoveel als toen.
Zonder opdringerig te zijn (hoop ik dan toch).
Zelfs in mijn reizigers club, zoals ik de workshop groep Aura- Chakra readers noem, voelde ik me vaak een vreemde.
Geen probleem.
Is dan een goede en logische vraag.
Ik voelde dingen aan.
Wist dingen.
Maar kon ze niet verklaren en/of uitleggen.
Zeker als kind kon ik dat niet.
Later als volwassene kon ik dat trouwens ook niet.
Want ik moest toch gewoon normaal doen.
Net als iedereen.
Alsof iedereen normaal is, laat staan normaal doet.
Maar dat even tussendoor.
Dat is natuurlijk niet zo, maar het voelt wel zo.
Tegenwoordig weet ik dat er een hele grote groep mensen is die zich hier ook niet thuis voelt.
Denk ik dan.
Zoals bijvoorbeeld waarom ik er nooit in slaag iets te bereiken als ik zelf initiatief toon.
Dat zie ik bij anderen vaak wel succes hebben.
Maar bij mezelf heel zelden en dan nog marginaal.
Ik ga hier geen voorbeelden geven, maar neem maar van mij aan dat de feiten bij mij bekend zijn.
Dan stuur ik dat het Universum in.
Maar voor mij is het de enige echt goede manier om dingen voor elkaar te krijgen.
Als het goed is gebeurt het.
Als de vraag cq wens goed geformuleerd is ook.
Als de intentie goed is werkt het zelfs sneller.
Dat heb ik eerder al wel eens geschreven en daar gaat het me nu even niet om.
Neem maar van mij aan dat het voor mij zo werkt.
Dat weet ik sinds niet al te lange tijd zeker.
Ik ben niet de enige.
Gelukkig niet.
Bij mij gaat het meestal zo dat ik ergens zijdelings bij betrokken raak.
En men mij dan een beetje leert kennen en me dan voor iets heel anders vraagt.
Zo heb ik veel werk gekregen.
In mijn tijd als entertainer werkte dat bijna uitsluitend zo.
Als ik eenmaal voor een opdrachtgever gewerkt had, bleef men mij terug vragen.
Zo heb ik een bescheiden klantenkring opgebouwd waar ik veel voor gewerkt heb.
Zocht ik vanuit mezelf contact met organisatiebureaus, dan werd het bijna nooit wat.
En als het al lukte was er niet echt sprake van een fijne samenwerking.
Altijd moeizaam.
Het had duidelijk tijd nodig, maar als ik eenmaal binnen was, dan ging het bijna vanzelf.
En dat was het gelukkig ook.
Ik ben toch altijd een beetje die vreemde eend in de bijt geweest.
En voelde ik me heel vaak als een kat in een vreemd pakhuis.
Ik zoek een uitgever die mijn verhalen en mijn tekeningen al dan niet in combinatie wil uitgeven.
Nu heb ik de wens al weer uitgesproken.
En met een groep lezers en lezeressen gedeeld.
Dit eerste deel heb ik geruime tijd hiervoor geschreven.
Ik wilde het eerder al plaatsen, maar ‚iets’ weerhield me.
Het verhaal was nog niet af.
Heel toegankelijk.
Zoals ik eigenlijk altijd alleen ben.
Wel had ik twee koffertjes op wieltjes bij me.
De een duwde ik voor me uit en de ander trok ik achter me aan.
Er waren veel mensen aanwezig.
Al vrij snel liep ik verder.
Het eerste gedeelte van de droom verliep vrij snel.
Ik kwam in een ruimte achter de eerdere grote ontvangsthal.
Zo kun je de eerste ruimte het best omschrijven.
In de tweede ruimte was het een stuk rustiger.
Het leek op een moderne lobby .
Hoge strakke stoelen, die wel bij elkaar hoorden, maar het was niet de bedoeling dat er gesproken werd.
De stoelen waren met kleurige motieven bekleed en er stond een bijzettafeltje bij voor wat dan ook.
Koffie, thee, drankje.
De basis was creme kleurig.
Gebroken wit, zou een ander het noemen.
Alleen zonder de duidelijk herkenbare gezichten en symbolen.
De stof was kleurig, maar verder volstrekt neutraal.
In die stoelen kon je rustig zitten en om je heen kijken.
Mediteren was ook een mogelijkheid, al was ik daar snel mee klaar.
Ik stond vrij snel weer uit die comfortabele stoel op en liep verder naar de volgende ruimte.
Die ruimte was een grote open verbinding met de vorige ruimte.
Het ging naadloos in elkaar over.
Deze ruimte leek op een ruime comfortabele restaurantruimte.
Kantine is een te beperkt begrip en restaurant een te groot begrip.
Ook deze ruimte was een strak en modern ingerichte ruimte.
Alle ruimtes waren schoon.
Dus deze ook.
In deze kantine-achtige ruimte stonden brede tafels met stoelen en de aankleding was nog steeds afgemaakt met gouden stroken langs de tafels en stoelen.
De vloerbedekking was niet meer rood.
De zittingen van de banken en stoelen ook niet.
Meer beige.
Een redelijk neutrale kleur.
Maar er zaten wel mensen.
Met genoeg ruimte.
De meesten zaten alleen.
Op een grote tafel stond nog eten.
Iedereen kon eten wat hij/zij wilde.
En ik zag een hele grote Bossche Bol.
Bijna zo groot als een rond vloerbrood.
Ik nam er een die op een groot bord lag dat scheef in een grote beker lag.
Onmiddellijk kwam er een aardige mevrouw naar me toe die me er op wees dat deze al gebruikt was door iemand anders.
Ook al zag het er niet naar uit dat er van gegeten was.
Ze haalde direct een verse Bossche Bol voor me.
Even groot als de eerste.
Dat deed ik door de bol in het midden door te snijden.
Ik merkte direct dat er iets in de slagroom verborgen was.
Het bleek een groot goudkleurig ei te zijn.
Al snel kwam de gedachte in me op dat dit een geste van onze gastheer was.
En het werd mij duidelijk dat ik de hoofdprijs gewonnen had.
Want het werd duidelijk dat dit gouden ei me het recht gaf een vrouw naar keuze mee te nemen naar een luxe hotelkamer en daar met haar te doen wat ik wilde.
Dat lijkt natuurlijk erg leuk, maar zo zit ik dus niet in elkaar.
Ik weet het, dit klinkt heel braaf, maar ik kan dat niet, al zou ik het willen.
Voor mij is een dergelijke situatie pure slavernij.
Met de vrouw als slavin en ik in dit geval zou de slavendrijver zijn.
Seks is prima, maar dan wel met wederzijds goedvinden.
Ik besloot al heel snel om het ei te gebruiken om de voor mij klaarstaande (liggende) vrouw van haar slavernij ketens te bevrijden.
Ik mocht immers met haar doen wat ik wilde.
Mijn hoofdprijs zou daar al op mij wachten.
Eenmaal binnen zag ik ook hier weer een zeer moderne grote ruime kamer met alles erop en eraan.
Grote zwart leren fauteuils, dito bank, vierkante glazen tafel in het midden. Kunst aan de muur.
Goed gevulde boekenkast.
Spiegels en grote ramen met mooi uitzicht.
Enkele deuren die naar badkamer en slaapkamers leidden.
Zachte lichtgekleurde vloerbedekking.
Ze zag er goed uit en menig man zou zich alsnog aan haar tegoed gedaan hebben.
Maar ik dus niet.
Toch lichtelijk in paniek zei ze dat als ze niet met mij het bed zou delen ze niet betaald zou krijgen.
Bovendien had ze het ei als bewijs nodig.
Dat ei gaf ik haar onmiddellijk.
Op dat moment kreeg ik sterk het gevoel dat we in de gaten gehouden werden.
Dat er verborgen camera’s waren.
We keken de kamer rond, maar konden zo snel geen camera’s vinden.
We besloten te doen alsof.
Ik zat in een van de grote fauteuils en had een iPad in mijn handen dus deden we net of ze mij oraal bevredigde terwijl ik de iPad boven haar hoofd hield.
(Wat een maffe droom)
Vervolgens proostten we met ranke met Champagne gevulde glazen naar de camera’s die overal verborgen konden zitten en we gingen ieder onze weg.
Alle ruimtes hadden ook iets weg van een luxe Casino.
Dus ook deze ruimte.
Daar liep ik opeens met mijn entertainment collega van het eerste uur Cees naar een filmzaal.
We hadden allebei een kaartje gekregen en zouden naar een film gaan kijken.
Op mijn smalle strookje dat er als een smalle kassabon uitzag, stond met zwarte viltstift het nummer 37 over de geprinte opdruk geschreven.
Dat was dus mijn stoel.
Daar zou ik dus moeten zitten.
Weer rode vloerbedekking met gouden stroken langs leuningen en randen, kwamen we langs onze oude collega Theo.
Hij stond daar als Bell Boy, een van zijn mooie rollen, de ontvangstbewijzen te controleren.
Hij was vrolijk en vond het leuk ons hier te zien.
Wij vroegen hem waarom hij niet mee naar binnen ging, maar hij zei dat het hier veel te leuk was.
„Nee jongens, het is veel te leuk om te doen hier. Gaan jullie maar verder.”
Wij zeiden nog dat het ook wel eens een keertje leuk was om naar de film te gaan in laats van altijd maar die rol te moeten spelen.
Maar hij was niet te vermurwen.
Ik dacht dat mijn stoel wel naast die van hem zou zijn, omdat me dat normaal leek, maar niets was minder waar.
Na zorgvuldig onderzoek, iedereen in de rij keek mee, bleek mijn stoelnummer daar niet te zijn.
Even verder leek het of ik mijn nummer 37 gevonden had, en ik wurmde me met mijn twee koffertjes tussen de smalle ruimte van de rugleuningen van de stoelen voor deze rij en de knieën van de mensen in de stoelen door naar de plek die ik dacht voor mij te zijn.
Eenmaal daar aangekomen bleek ook dit niet mijn plaats te zijn.
Ik liep dus weer verder en kwam hoger en hoger terecht.
Een filmzaal loopt nou eenmaal schuin omhoog.
En men zegt dat de beste plaatsen achterin zijn.
Maar ik prefereer meestal voldoende beenruimte boven de zogenaamd beste plaats in de zaal.
Maar nergens vond ik stoel nummer 37.
Nog verder naar boven dus.
Aan de rechterkant van de zaal was een grote serre-achtige ruimte waar 37 op de zijkant geschreven stond.
Donker glas waar je alleen van binnen naar buiten door kon kijken.
Een Skybox dacht ik glimlachend.
Maar het nummer was niet het nummer van mijn bestemming maar er stond een pijl bij, die ik eerst niet gezien had, die verder naar boven wees.
Gelijk na die Sky-Box was een smalle gang.
Pikkedonker.
En ik kwam in een wolkachtige ruimte terecht.
Dit had dus helemaal niets meer met een mogelijke film te maken.
Dit oversteeg alles.
Ik dus ook.
Ik had nog steeds nummer 37 in mijn hand en de twee koffertjes waren er ook nog.
Het was een prachtige zachtblauwe ruimte met mooie witte wolken.
Heel plezierig allemaal.
Die zou ik niet vinden.
Wel hoorde ik een heldere stem zeggen: ”Het komt omdat je niet duidelijk gekozen hebt.”
Meteen begreep ik waarom ik mijn stoel niet gevonden had en waarom er geen duidelijk eindpunt was.
Ik begreep waarom ik nog aan het zoeken was.
En bijna tegelijkertijd: ’Nee, ik heb jaren geleden voor Het Licht gekozen. Dat wil ik.’
Dus ik zei dat ik nu toch echt voor de zoveelste keer voor ”EEN zijn met Het Licht” gekozen had.
Dat wil ik het liefst van alles.
Op de weg daarheen wil ik nog wel graag schrijver zijn wiens boeken ook daadwerkelijk uitgegeven worden en verkocht en gelezen natuurlijk.
Net zoals ik vier en een half jaar geleden de wens geuit heb dat ik voordat ik volledig in Het Licht op zou gaan ik graag nog een leven in liefde, vrede en harmonie zou willen leven met een vrouw die net zoveel van mij houdt als ik van haar.
En dat is me ook gegund, dus waarom het schrijverschap niet ook!
Nergens vage schimmigheden.
Alle ruimtes waren helder verlicht, netjes, opgeruimd en schoon.
En dat is de eerste uitleg.
Ieder leven verloopt uiterst verzorgd.
Aan alles is gedacht en niets is zonder reden.
Dat geldt voor mij net als voor iedereen.
Hoe het leven ook mag verlopen.
Aan alles is gedacht en voor alles wordt gezorgd.
Of je dat nou leuk vindt of niet.
Op deze plaats zou ik nog graag even willen vermelden dat ik een heleboel zaken uit mijn leven helemaal niet leuk vind.
Zo ben ik mijn leven begonnen.
Ik kwam via mijn moeder ter wereld en toen ik oud genoeg was, was daar mijn eerste vrouw.
Veel mensen probeerden door elkaar heen hun leven te leven en hun doel te bereiken.
Ik dus ook.
Maar waar velen in groepjes opereren, ben en blijf ik een eenling.
In alles wat ik doe, ook al doe ik het met iemand samen, ik ben en blijf die eenling.
De eenling op weg naar zijn doel.
Toen ik naar de tweede ruimte ging was mijn begeleidster al weer weg.
Ik ging toch zitten en mediteerde even.
Zoals ik al vaker gemerkt heb, gaat al mediterend ’DIEP-gaan’ mij heel makkelijk af.
Dat was mij al eens door mensen die het weten kunnen en het zagen en merkten, al gezegd.
In die ruimte was ik dus al snel klaar, want ik stond op en ging naar de kantine-achtige ruimte.
Het maakt niet wie of wat je bent, er wordt altijd voor je gezorgd.
En voor mij was het dus die prachtige super Bossche Bol.
De bol in kwestie zag er werkelijk verrukkelijk uit en de keuze was dus snel gemaakt.
Terwijl ik het idee heb dat ik het wel op die manier zou moeten doen om daar te komen waar ik wil.
En dat is Het Licht in.
Zoals we allemaal uiteindelijk gaan doen.
Het is alleen voor mij in dit leven even mijn beurt om dat te doen en daarom gebeuren de dingen zoals ze gebeuren.
Leuk of niet leuk.
Vandaar dus die enorme Bossche Bol.
In die Bol zat een prachtig Gouden Ei.
Dat die opdracht met een aardige mevrouw te maken had, begreep ik al snel.
Die opdracht heb ik al zo goed als volbracht.
Wie dat is, of zijn, is bij mij bekend.
Daar ga ik het nu niet over hebben.
Perfect is dat.
Natuurlijk was dat met Hans ook zo, maar Cees was er van het begin af aan bij.
En ik vertel ook niet waarom juist Cees met me mee de filmzaal in liep.
Hij vond gelijk zijn plaats en dat was goed.
Toch moest ik hier zijn.
Pas toen ik de filmzaal verliet werd alles ineens veel lichter.
Heerlijk was het om in en tussen de wolken te ’Zijn’.
Dat mijn zoektocht daar ophield kwam omdat mij daar verteld werd dat ik nog geen duidelijke keuze gemaakt had.
Niet dat er iets naars te zeggen zou zijn, maar het zijn persoonlijke zaken en die moeten privé blijven.
Vooral de woorden ’Why won’t you talk to me?’
Ik begreep uiteraard dat het de bedoeling was dat ik weer eens echt contact met mijn gidsen zocht.
En dat heb ik dus gedaan.
Niet wetende dat het een dergelijke droom zou worden.
En dat ben ik behoorlijk zat.
Deze terugkerende vorm van intimidatie.
Ik ga er verder niet te diep op in, maar het doet me eigenlijk niet zo veel meer.
Er valt bij mij weinig of niets meer te halen.
Maar het dwingt me wel om dieper naar mijzelf te kijken.
Waarom stagneert het verhaal.
Eigenlijk richtte ik me rechtstreeks tot God de moeder/vader van Het Al.
En niet bij mij alleen.
Omdat weer de Pink Floyd tekst: „Why won’t you talk to me” door mijn hoofd zong.
En mijn antwoord was: Omdat ik geen tekst meer heb, ik ben aan het eind van mijn Latijn.
Letterlijk en figuurlijk.
Help me alsjeblieft.
Ik zag mezelf dus vanuit vogelvlucht perspectief en ik zag een aardige man.
Dat heb ik later nog wel met haar kunnen bespreken.
Vlak voor ze stierf.
Als dader en als slachtoffer.